Een jeugdige schoonheid geeft zich over aan een wandeling en flirt met haar oudere gids. Zijn wellustige bedoeling wordt duidelijk als hij haar grijpt, wat een gepassioneerde ontmoeting in de wildernis ontketent.
Een jonge vrouw, betoverend en onschuldig, waagt zich in de wildernis, op zoek naar begeleiding van een oudere man. Haar jeugdige charme en onschuld boeit de oudere gids en ontbrandt een verlangen in hem. Terwijl ze aan hun reis beginnen, plaagt de gids haar speels, zijn woorden doorspekt met een verborgen, vleselijke bedoeling. Zich niet bewust van zijn ware motieven, geeft ze zich over aan de scherts, zich niet bewust van de naderende passie. Als de nacht valt, grijpt de gids zijn kans aan, waarbij hij met een hand haar protesten stevig tot zwijgen brengt. Zijn jarenlange ervaring wordt alleen geëvenaard door haar ongebreidelde passie, hun oerlichamen verstrengeld in een nachtelijke dans. De luchtontmoeting en de verkoelde ontmoeting van het bos van hun getuigen, verlaat het roestende bos, verlaat de starre ogen van de jonge vrouw, verzadigd door de vergissing van hun verlangens, verzaligd van hun verlangen, wachtend op het oppervlak van hun verlangen.