Een man pronkt met zijn goed bedeelde mannelijkheid in de vrije natuur en streelt het tot een echt orgasme in het bos. De scène legt de rauwe, oerenergie van de natuur vast en laat de schoonheid van mannelijk plezier zien.
In het hart van het bos onthult een man zijn indrukwekkende gereedschap, een kloppend monster van een pik die hunkert naar wat aandacht. Zijn hand klemt zich er omheen, streelt hem met een vurigheid die boekdelen spreekt over zijn hunkering. Hij is niet zomaar een man, hij is een man die weet hoe hij van zijn eigen aanraking moet genieten, en hij is er niet verlegen voor om het te laten zien. De camera legt elk detail van zijn zelfgenot vast, van de uitpuilende aderen op zijn grote pik tot de zweetparels die langs zijn lichaam druppelen als hij zichzelf dichter en dichter bij de rand brengt. Zijn ademhaling versnelt, zijn halen worden frisser, en luider, dan kreunend, hij spuit zijn hete lading in de lucht, breekt zijn orgasme in de vorm van een rauw orgasme, het breekt de oerkracht van een mannelijk orgasme, de rauwe vorm van de rauwheid en de kracht van de mannelijke schoonheid.