In een verwrongen familieverhaal komt een man zijn stiefzus Paris White tegen in een compromitterende situatie. De chaos leidt tot een wilde ontmoeting met niet één, maar twee kleine elfenstiefzussen.
In een bizarre wending van het lot stuit onze hoofdrolspeler in een kwetsbare toestand op zijn stiefzus. Haar onschuld wordt verbrijzeld als ze ontvoerd wordt door een onheilspellend figuur. Dit is niet je typische sprookje, maar eerder een perverse fantasie waar de grenzen van de moraliteit vervagen. De kleine, tengere stief-zus bevindt zich in een precaire situatie, haar onschuld bedreigd door de sinistere bedoelingen van haar ontvoerder. Dit is echter geen verhaal van wanhoop, maar eerder van een reis van verkenning en overgave. Naarmate de spanning toeneemt, bezwijkt de stiefzuster voor haar verlangen, overstijgt ze een gepassioneerde ontmoeting die de grenzen van conventionele relaties overschrijdt. Deze vrucht is een verboden vrucht, de verboden en verboden werkelijkheid wordt de norm, het ritje naar de tabo, de wilde grens wordt een tabo waar alle verlangens overschreden worden, de wilde en wilde grens wordt. Het wordt een ritje tussen de norm en de verkeerde realiteit, het gaat over de vervaging van alle verlangens, de wilder en vervaging.